In nevelen gehuld

Caspar David Friedrich – Der Wanderer über dem Nebelmeer – 1817 – olieverf – 94,8 x 74,8 cm

Toegegeven, erg origineel is het niet om een blog te schrijven over dit populaire romantische schilderij. Velen zullen mij hierin zijn voorgegaan en misschien is alles wat de menselijke geest maar kan bedenken, er al een keer over gezegd. Maar hoe erg is dat? Voor veel bloggers is het wellicht inmiddels een no-go gebied, maar mij ontmoedigt het niet. Het daagt me juist uit er nogmaals mee aan de slag te gaan. Klaarblijkelijk valt er iets bijzonders aan het schilderij te beleven. Dat maakt mij extra nieuwsgierig naar wat ikzelf ga ervaren en hoe ik het zal verwoorden.

Het schilderij van Caspar David Friedrich komt overigens niet uit de lucht vallen. Het schoot me te binnen bij het schrijven van mijn vorige blog: De decennium-challenge. Ik beschouw het schilderij als een passende illustratie voor de uitdaging waar de mensheid de komende tien jaren voor staat: een immense open toekomst die nog in nevelen is gehuld. Overigens dacht ik aanvankelijk, dat de wandelaar op het schilderij uitkeek over een kolkende zee; wat een onoverkomelijke blokkade zou betekenen voor elk verlangen naar de heimelijke wereld in de verte. Zo’n denkbeeld zou de decennium-challenge extra zwaar hebben gemaakt, zo niet onmogelijk. Tot mijn geruststelling blijkt het bij nauwkeuriger observatie geen zee, maar slechts nevel te zijn; het valt dus mee. In een woeste zee kun je verdrinken, in dichte nevel hooguit verdwalen.

Wat mij bevalt in het schilderij is, dat de wandelaar de moeite heeft genomen een berg te beklimmen, waarvan de top uitreikt boven de nevel. Hierdoor krijgt hij, mocht hij van plan zijn verder te wandelen, een beter overzicht over het landschap dat voor hem ligt. Dat is zeker geen usance in onze wereld. Vaak denkt men, dat zo’n uitkijkpunt niet nodig is. Men begint dan vrij onvoorbereid, wat op zich heel modern, avontuurlijk en bewonderenswaardig is, maar wat me voor de decennium-challenge niet echt een geschikte strategie lijkt. Het is, dunkt mij, aan te bevelen om de wereld vanaf zo’n hoogte eerst nog eens goed te aanschouwen en de reisplannen te herijken, voordat de eerste stappen in de toekomst worden gezet. Gelukkig heb ik veel vertrouwen in de wandelaar op het schilderij; deze zal zeker geen roekeloze besluiten nemen. Ook al zien we de man met het rossige haar van op de rug, hij staat stevig, rechtop, oogt ontspannen, elegant zelfs en straalt zelfbeheersing en rust uit. Dit mens zal geen avontuur beginnen, zonder alles nog eens goed in hart en hoofd te hebben afgewogen.

Wat zal er in het hoofd van de wandelaar omgaan? Ik denk niet veel. Hij observeert vooral; is met zijn aandacht bij hetgeen hij ziet. Hij stelt zich open voor het ruimtelijke landschap dat voor hem ligt, beweegt zijn blik mee met de golvende lijnen van de half in nevel gehulde en met bomen begroeide heuvels, voelt de frisheid van de ochtend en geniet in de vroege stilte van de zang van een enkele vogel. Zijn denken staat niet stil, maar zijn gedachten sluiten zich gehoorzaam en moeiteloos aan bij wat hij beleeft; ze belichten wat zich aan hem openbaart. Zijn ademhaling verenigt zich met het ritme van het sublieme schouwspel. Hij is één met, en gaat op in het omringende landschap in een tijdloze observatie. Diep inademend, beleeft hij dit verstilde moment, terwijl hij geduldig wacht op de stemming die hem zal influisteren, dat hij klaar is om te gaan. De klok zal pas weer gaan tikken, als hij zijn eerste stappen zet op weg naar de wereld die voor hem ligt. Zo ga je op reis; zo begin je aan de uitdaging van een nieuw tijdperk.

Althans, volgens het verhaal dat het schilderij van Caspar David Friedrich mij vertelt. De werkelijkheid is enigszins anders. In onze tijd beginnen we het nieuwe jaar en het nieuwe decennium ritueel met knallend vuurwerk. We vieren het heftig, feestelijk en vrolijk, zonder veel bezinning. Op de oudejaarsconference na dan en wat goedbedoelde voornemens. Na een dagje bijkomen en uitrusten, pakken we de draad gewoon weer op, alsof er niets is gebeurd. Slechts een enkele regeringsleider feest nog wat langer door en vergeet in zijn feestroes, dat het afschieten van vuurwerk na de eindejaars-nacht niet meer is toegestaan. Iets waarvoor deze zeker op de vingers zal worden getikt, nu de aangename en vredige rust van het begin van dit nieuwe decennium alweer zo snel en gruwelijk is verstoord.  

2 comments

  1. Dag Menno, boeiende start van een hopelijk even boeiende serie observaties. Kijk er met belangstelling naar uit.
    Ik moest onmiddellijk denken aan Kees Boeke. Ken je hem? Bevlogen leraar, pedagoog, ingenieur. In de vorige roaring twenties richtte hij een bijzondere school op in Bilthoven, de Werkplaats Kindergemeenschap.
    Vanuit zijn niet aflatende nieuwsgierigheid, zijn opleiding en zijn drang tot het overdragen van observaties en kennis, bedacht hij, met overigens zeer vooruitziende blik, een manier om het universum waar wij deel van uit maken, te kaderen in een serie observaties waarbij hij bedacht èn trachtte te visualiseren, hoe het was om onze wereld letterlijk te beschouwen via de metafoor ‘Powers of Ten’, d.w.z. in 42 foto’s en schetsen met als 0-punt een leerling van de school in Bilthoven, gefotografeerd in de tuin bij de school. Maar, vervolgens, in stappen van 10 uitzoomend, tot het universum op een schaal 10 tot de 27e, ver voor Hubble en het benoemen van de ‘pale blue dot’ – onze aarde – en ook inzoomend tot 10 tot de -13, de kern van een sodium-atoom, dit alles met de kennis van begin 50-er jaren. Verbluffend en aandoenlijk tegelijkertijd.
    Voldoende observatiemogelijkheden, zou ik zo zeggen.

    Waarom me het zo intrigeert, maar tegelijkertijd wat indringender bezighoudt, is het volgende.
    Inmiddels, aan de vooravond van ‘de nieuwe twenties’, heeft de mensheid al behoorlijk wat van die werelden betreden met kennis, methoden en technieken. Veel kwam/komt ten goede aan de mens.
    Tegelijkertijd zit er iets ‘doorgeschotens’ aan.
    Of het opzetten van telecommunicatie-verbindingen tussen twee financiële centra in de wereld met de eis, dat informatie binnen 10 micro-sekonden van A naar B gaat (10 milisekonden was ‘absoluut te traag’) ècht bijdraagt aan de wereld…..
    En het vraagstuk van de wereldomspannende klimaatverandering……wat hier naar mijn idee parten speelt, is, met een verwijzing naar Boeke, dat we in het huidige tijdperk inmiddels met exponentiële werking in de hele wereld onze aanwezigheid als mensheid letterlijk ons stempel hebben nagelaten.

    Ik ga proberen, met jou, om vanuit een zekere distantie te kijken, luisteren en lezen, te bezien, wat de komende jaren gaan brengen. Maar ik ben ook overtuigd van het feit, dat distantie en betrokkenheid op een prachtige manier kunnen samengaan. Hopelijk kan dat mij ertoe brengen, om met de bevlogenheid van Boeke inspiratie, betrokkenheid en waarnemingen over te dragen op de mensen met wie ik hopelijk in dit decennium zal mogen omgaan.

    1. Ha Theo, mooie missie heb je in de laatste alinea geformuleerd. Boeke kende ik niet, maar ik heb nu op Wikipedia over zijn leven gelezen. Is boeiend mens geweest. Op youtube vond ik nog filmbeelden uit 1977 over ‘The Power of Ten’; een mooie illustratie van wat je beschrijft.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.