De ontmaskering

Schermafdruk 2015-12-17 00.27.16

De abt Parnassus (Christopher Plummer) in The Imaginarium of Dr. Parnassus (2009)

We kennen ze allemaal wel: groepen (teams, afdelingen, organisaties, partijen) die zo vast zitten in hun denkbeelden en interpretatie van de werkelijkheid, dat elk zelfkritisch vermogen verdwenen lijkt te zijn. Je merkt het al snel aan wat zo’n groep te vertellen heeft: vaak één leidend verhaal, alsof er slechts één storyboard is, dat richting geeft aan alles wat zo’n groep doet of laat.

Op zich is daar natuurlijk nog niets mis mee. Het is kenmerkend voor een groep om een eigen verhaal te hebben. Het wordt echter minder aangenaam als een groep zo aan het eigen verhaal hecht, dat er een taboe lijkt te rusten op alle andere verhalen die de ronde doen. Dan treedt er een bedenkelijke verstarring op, waar de groep zich ook niet op wil laten aanspreken.

Vaak heeft zo’n verstarde groep ook een opponent, een persoon of groep die een verhaal heeft, dat precies het tegendeel beweert. Zo’n opponent wordt meestal óf gemeden, óf heftig bestreden. De zekerheid en het comfort dat beleefd wordt aan de inhoud van het eigen verhaal, verdraagt eenvoudig geen verhaallijnen die dit belang in gevaar kunnen brengen.

Elke verstarde groep heeft echter een kwetsbare plek. Achter het masker van visie, ratio, deugdzaamheid en toewijding en de soms harde opstelling tegen een vijandige groep, leeft een latente angst voor de ontmaskering van het eigen gelijk. Ergens, onbewust, weet zo’n groep dat er zelfbedrog in het spel is ter maskering van het werkelijke motief van hun inzet: het (verdrongen en ontkende) eigenbelang. Heimelijk leeft in zo’n groep ook de vrees, dat dit bedrog elk moment ontdekt en aan het licht gebracht kan worden. Dit wordt geprojecteerd op de opponent die (in hun verhaal) altijd al ergens met slechte bedoelingen rondwaart.

Een sprekend voorbeeld daarvan is te vinden in de speelfilm The Imaginarium of Dr. Parnassus van regisseur Terry Gilliam. In deze magische film draait het om de vraag wat bij mensen de krachtigste drijfveer in het leven is: de verbeelding of de angst. De verbeelding wordt vertegenwoordigd door Parnassus (Christopher Plummer), de abt van een groep monniken die hun leven wijden aan het vertellen van het eeuwige verhaal over de wereld. Zijn opponent die de angst vertegenwoordigt, is de laconieke cynicus Mr Nick (Tom Waits). Deze zaait overal twijfel, predikt het ongeloof en veegt met alle verbeelding en verhalen de vloer aan. Parnassus zegt later over zijn ontmoeting met de duistere Mr Nick:  “Someone….. none of us should ever hope to meet”.

Parnassus en zijn monniken zijn er van overtuigd, dat de grote verhalen die zij steeds weer vertellen de wereld ontsluiten en draaiende houden. Zonder hun verhalen, zonder verbeelding, stopt naar hun mening alles en is er niets. Dat is hun waardige taak die ze al eeuwen met toewijding en zelfopoffering uitvoeren, zonder dit ooit te betwijfelen. Het komt niet in hen op om het werkelijke nut van hun inspanningen nog ter discussie te stellen. En waar die twijfel (de opponent) toch aanklopt, wordt deze snel uit het bewustzijn verbannen.

Echter, op een dag verschijnt opeens tot schrik van de kloostergemeenschap toch de gevreesde opponent Mr Nick bij de poort van het ver van de bewoonde wereld liggende en onbereikbare geachte klooster. Als deze zich toegang tot het klooster heeft weten te forceren, vraagt hij kritisch aan Parnassus waar de kloosterlingen zoal mee bezig zijn.

Parnassus: “We tell the eternal story”.

Mr Nick: “And what is that exactly?”

Parnassus: “The story that sustains the universe; the story without which there is northing”.

Mr Nick: “Nothing? You mean stop telling the story and all the universe ceases to exist?”

Parnassus: “You make it sense so simple”

Mr Nick: “And you belief it?”

Parnassus: “We are ordained for this task”

Mr Nick (cynisch lachend): “This is incredible. That you can believe something that can so easily be disproved”. 

En Mr Nick voegt meteen de daad bij het woord. Met een magisch apparaatje legt hij alle monniken het zwijgen op. Als het volledig stil geworden is, zegt hij: “There, ……The story stopped, …..No more story, but we are still here? …..The fire is still burning, …. still snowing, ….wind is still blowing. Nothing has changed!”  En tegen de ontgogelde en terneergeslagen Parnassus: “Come on, cheer up doc, I free’d you from all these ridiculous nonsense.”

Zo ontmaskert Mr Nick de al eeuwen durende illusie en het naïeve zelfbedrog van de monniksorde die de rotsvaste overtuiging had, dat hun werk en verhalen héél belangrijk en de dragende kracht achter de wereld waren. Dit blijkt nu, na de simpele en ontnuchterende interventie van Mr Nick, een belachelijke en beschamende vertoning te zijn geweest.

Eigenlijk doet de ‘slechterik’ Mr Nick heel goed werk. Hij brengt met zijn botte ingreep een verstarde groep op een ontluisterende wijze terug naar de realiteit. Het is zelfs jammer, dat het om een sprookje gaat. Gezien het aantal groepen dat in onze tijd aan het zelfde euvel leidt als de monniksorde, zouden we heden ten dage een Mr Nick goed kunnen gebruiken. Zijn mond-snoerende apparaatje zou op veel plekken in onze wereld beslist een welkome uitkomst bieden en voor een heilzame rust kunnen zorgen.

Echter, het leven is ook in The Imaginarium onvoorspelbaar. De verbeelding blijkt oneindig creatief en geeft zich niet zomaar gewonnen. Net als je denkt, dat Mr Nick de kloosterlingen voorgoed ontmaskerd heeft, gebeurt er in de film onverwacht een mirakel dat Parnassus en zijn monniken weer terug in het spel brengt en hun missie nieuw leven in blaast. De onuitputtelijke kracht van de verbeelding blijkt de vertwijfeling en het ongeloof toch weer de baas. “You can’t stop stories being told”, concludeert Parnassus met genoegen.

Zie hier, voor de miraculeuze ontknoping, het hele fragment (4 min 37):

 

6 comments

  1. Verhalen kun je nooit ophouden………… Verbeeldingskracht is inderdaad onuitputtelijk, zeker ook in positieve zin.
    Verbeeldingskracht benoemt de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum als een van de grootste triggers om mensen te raken. Daarom houdt zij een vurig pleidooi om de geesteswetenschappen een belangrijke rol te laten spelen/geven in het gehele opleidingsgebouw tot en met de universiteit.
    Literatuur, kunst, toneel, cultuur en filosofie kunnen jonge mensen leren zich open te stellen voor de ander, te aanvaarden dat ze als mens kwetsbaar zijn en altijd afhankelijk van anderen, om mededogen te tonen en een cultuur van haat tegen te gaan…….
    De geesteswetenschappen bieden tegenwicht aan de gedachte van een maakbare wereld, aan de rationaliteit van m.n. de economische vakken, aan de schijnzekerheid dat we ten alle tijde in control kunnen zijn……..

    1. Hallo Mart, voor mij ben jij altijd de abt van het ketenbureau geweest en een meester van de verbeelding. Jouw monniksorde vertelde het verhaal over de Loonaangifteketen, de aorta van de BV Nederland. Zonder dat verhaal was de LAK niet veel meer geweest dan een chaotische veelheid van complexe processen waar weinig mensen iets van begrepen. Een interessante vraag in het kader van mijn blog is natuurlijk hoe jouw orde met het gevaar van verstarring is omgegaan?

  2. Mooie reactie van Mart waar een zekere hoop in doorklinkt. Een hoop die ik, en hopelijk velen met mij, van harte met hem delen…

    Wat mij vooral treft in dit beschouwing is de herkenning en erkenning van de verstarde groep. Iets was we in ons dagelijks leven maar al te vaak tegenkomen. Mensen met vooringenomen standpunten, die het vermogen om te luisteren zijn verloren en het openstaan voor ideeën van een ander zijn kwijtgeraakt. Voor hen is er slechts één waarheid. De kunst van het relativeren wordt door hen niet meer beoefend.

    Vanuit die gedachte heb ik persoonlijk wat moeite met het eind van de beschouwing, waarin mijns inziens eigenlijk een heel andere thema wordt belicht, namelijk de kracht en het belang van de verbeelding, wat vervolgens door de beschouwer weer wordt geduid als signaal dat de in haar overtuiging vastzittende groep het toch bij het rechte eind heeft.

    Het zal aan mij liggen, maar dat kwartje wil voor mij niet vallen…in ieder geval niet in het juiste sleufje.

    1. Erik,
      Het zijn inderdaad twee thema’s die door elkaar lopen en ze zijn onderling verbonden. De verstarring van een groep is eigenlijk de verstarring van hun verbeelding. Mr Nick, de antigeest die op dit soort verzwakkingen aast, grijpt zijn kans en brengt die verstarde verbeelding ten val. En dat is goed. Er zou hem echter te veel eer toekomen als hij daarmee de levende verbeelding zou raken. Vandaar dat Gilliam de vogel Phoenix op laat draven om de verbeelding weer fris uit de as te laten herrijzen en Parnassus en zijn orde een nieuwe kans geeft. Dat is de reden dat ik toch voor de laatste alinea heb gekozen.

  3. Weer een goede blog Menno,

    Mooie scene, hoe de kracht van het verhaal (je eigen verhaal) je gevangen kan houden en tegelijkertijd daarin, in die kracht, misschien wel ‘het geheim’ zit dat het nooit te stoppen is… en zijn geheel eigen wetten volgt.

    Het schijnt zelfs zo te zijn dat er naast de elementen als water, lucht, vuur en aarde (waaronder stoffen als chromium, lithium, borium etc.) nog een element is dat misschien nog wel veel belangrijker is voor onze aardeontwikkeling dan al deze elementen samen …. Narrativium ..

    Omschreven door Terry Pratchett als:
    The most common element on the disc world, although not included in the list of the standard five: earth, fire, air, water and surprise. It ensures that everything runs properly as a story. For example, if a boy has two older brothers, chances are they will go on a quest. The first will be strong, and fail because of his stupidity, the second will be smart, and fail because of his frailty and the youngest brother will then have no choice but to go out, succeed and bring fame and fortune to his poor family. This phenomenon is also known as Narrative Causality. Dragons breathe fire not because they have asbestos lungs, but because that is what dragons do. Heroes only win when outnumbered

    1. Hallo Jerome,
      De eerste alinea is een interessante gedachte. Die laat ik even op mij inwerken.

      De tweede en derde alinea liggen in de zelfde lijn. Ik krijg ook steeds meer het gevoel dat we in een narratief universum leven en dat ons denken iets van dat universele verhaal aan het licht kan brengen of doet oplichten. De narratieve causaliteit is een afgeleide van dat universum. Tegenwoordig denkt men dat stieren stoten omdat ze hoorns hebben; de narratieve verklaring zegt precies het tegenovergestelde.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.