Oog in oog of digitaal?

Bingham (George Clooney)  aan het werk bij het ontslaan van mensen (Up in the air, 2009)

Bingham (George Clooney) aan het werk bij het ontslaan van mensen (Up in the air, 2009)

‘Make no mistake, moving is living’. Die uitspraak geeft het levensmotto weer van Ryan Bingham, gespeeld door George Clooney, in de in 2009 uitgekomen film ‘Up in the air’ van Jason Reitman. Dit motto vormt ook de basis voor het wonderlijke werk dat Bingham doet: ontslaan van mensen in opdracht van ‘pussies that don’t have the balls to sack their own people’.

Clooney zet Bingham neer als een gelikte professional, een vakman, zakelijk, snel, slim, doelgericht, maar tegelijkertijd als een aardige, charmante gentleman die het goed met zijn cliënten voor heeft. Hij probeert oprecht het lot van de ontslagen medewerkers acceptabel en dragelijk te maken met zinnen als: ‘Well, anybody that ever built an empire or changed the world sat where you are right now. And it is because they sat there, they were able to do it’. Clichés, die hij keer op keer gebruikt, maar die toch iets raken bij de ‘newly unemployed’ en steeds weer blijken te werken.

Ofschoon zijn resultaten buitengewoon goed zijn, is Bingham met al zijn vliegreizen een zware kostenpost voor het bedrijf waarvoor hij werkt. Zijn aanpak komt op het spel te staan door Natalie Keener (Anna Kendrick) een piepjonge protégé van zijn baas. Zij heeft andere opvattingen over hoe het ontslagwerk gedaan kan worden. Ze gelooft in een gestandaardiseerde digitale aanpak waarbij geen face to face gesprekken meer nodig zijn en hele groepen tegelijk via video-conferences ontslagen kunnen worden tegen zeer lage kosten. Dit betekent een directe bedreiging van Bingham’s werkwijze en zijn dynamische levensstijl

In de film wordt Keener tijdelijk Bingham’s assistent. Hij wil haar in de praktijk bewijzen, dat ze een verkeerde visie heeft. Het duel dat tussen deze antagonisten ontstaat, is prachtig verfilmd. De onervaren, maar intelligente Keener belichaamt tijdens die samenwerking een eigentijdse technisch-instrumentele houding die gericht is op efficiënte sturing van het ontslagproces. Haar aanpak is algemeen, rationeel en sterk gestandaardiseerd. Ze toont dit onder meer in haar ontwerp van een workflow-tool met multiple choice en vaste scripts voor een digitale step by step ontslagtechniek. Haar doel bij die aanpak is bij de net ontslagen werknemer via een vastliggend protocol de emotionele en materiële belemmeringen tegen het ontslag weg te nemen en de kans te minimaliseren dat deze het ontslag juridisch gaat aanvechten. Kortom, geen gedonder; een clean proces, zoals de opdrachtgever zich dat wenst.

De eerste reactie van Bingham hierop is: ‘That’s what we’re selling. It is not what we are doing’. Bingham neemt, in tegenstelling tot Keener, niet de opdrachtgever als uitgangspunt voor zijn werk, maar de ontslagen werknemer en diens individuele situatie. Daarmee is hij de belichaming van een werkwijze die begint bij de relatie en niet bij het proces. Een werkwijze die gericht is op mentale ondersteuning van mensen die door de crisis van het baanverlies heen geholpen moeten worden. Bingham’s doel is de net ontslagen werknemer vanuit de fase van het verlies over de drempel te begeleiden naar een fase van nieuwe mogelijkheden. En dat doel vraagt om direct contact, langzame aandacht, een helpende hand en perfecte timing. Hij verwoordt zijn visie op het ontslaggesprek op bijzondere wijze: ‘We are here to make limbo tolerable, to ferry wounded souls across the river of dread until the point were hope is dimly visible. And then stop the boat, shove them in the water, and make them swim.”  En na deze poëtische woorden kent de cynische Keener geen genade: ‘That was very impressive. Are you gonna put that in your book?’

De tegenovergestelde visies van Keener en Bingham komen mij bekend voor in de wereld waarin ik leef en werk. ‘Up in the air’ spiegelt zowel het efficiëncy-denken in de onstuitbare technisch-instrumentele ontwikkelingen om ons heen, als de roep om het behoud van of de terugkeer naar de menselijke maat. Op dit moment lijken de Keener’s het duidelijk voor het zeggen te hebben, al moet je de Bingham’s nooit onderschatten. In het bijgevoegde unieke fragment komen beide visies glashelder in beeld.

Zie hier het fragment: 

 

4 comments

  1. Prachtige film!

    Jouw observatie heeft mij wel aan het denken gezet. Beide ontslag-professionals hebben dezelfde opdracht, te weten “het ontslaan van mensen in opdracht van ‘pussies that don’t have the balls to sack their own people’”. Jij zet de aanpak die beide voorstaan tegenover elkaar, keener is gericht op effeciency, Bingham is gericht op het ‘hiernamaals’ van de mensen die hij ontslaat.

    De vraag die echter bij mij opkomt is de volgende: is Bingham nu werkelijk oprecht betrokken bij de newly unemployed, of richt zijn aanpak zich vooral op het element van ‘de kans minimaliseren dat het ontslag juridisch aangevochten wordt’ door de betreffende ex-werknemer het gevoel te geven dat het echt beter voor hem is, waardoor deze er nog haast blij van wordt?

    Is de menselijke maat voor hem daadwerkelijk belangrijk of veinst hij dat alleen om zijn doel te bereiken zonder gedoe achteraf. Beheerst hij als doorgewinterde vakman het spel als geen ander en heeft hij het inzetten van direct contact, langzame aandacht, een helpende hand en perfecte timing ‘tot kunst verheven’ in het licht van zijn eigen opdracht en targets?

    Gaat het lot van de ontslagen werknemers hem oprecht aan het hart of is Bingham de echte gelikte professional, de vakman die zakelijk, snel, maar vooral ook slim en doelgericht zijn opdrachten uitvoert en uiteindelijk effectiever is door het voorkomen van aangevochten ontslagen? En wil hij graag zijn dynamische levensstijl veilig stellen door de werkwijze van Keener te ontkrachten?

    Misschien zit ik er helemaal naast, ben ik te wantrouwend maar als ik Bingham bezig zie roept hij bij mij herinneringen op aan de titel van de vorige observatie: “I don’t believe you”.

    Het lijkt me duidelijk dat zijn ogen op mij geen vat hebben…. 😉

  2. Erik,
    Daar heb je inderdaad een punt. Bingham heeft alle schijn tegen. Het afgezonderde niet-sociale enigszins hedonistische ‘hoog-over’-leven waar hij voor gekozen heeft, wordt gedragen door zijn dynamische werksituatie en het vele reizen. Als die omstandigheden zouden stoppen valt hij hard terug in de statische burgerlijke werkelijkheid waar hij nauwelijks iets heeft opgebouwd, in de zin van vrienden, partner, gezin, home, etc. Dus hij heeft reden genoeg om bevreesd te zijn voor de aanpak van Keener en de veranderingen die dat met zich mee zal brengen.
    Dan nog blijft het bijzonder dat hij de strijd met Keener voert door de betekenis van hun werk onder de aandacht te brengen. En dan niet de rol van anonieme ontslagbeul, maar die van ‘priester’ die de (ontslagen) zielen in duistere tijden begeleidt en hun lot verlicht door ze iets van perspectief te bieden. En zelfs al is die aandacht voor het lijden van de ontslagen medemens resultaat van persoonlijke schuldgevoelens (ivm met zijn rol als ontslagbeul), dan nog is het een volwaardig aspect van menszijn dat in de zakelijk technisch-instrumentele wereld van Keener eenvoudig wordt weggepoetst en als privézaak wordt afgedaan. Bingham heeft van dat stukje niemandsland waar de ontslagene in terecht komt geheel vrijwillig (uit de aard der zaak) zijn werkgebied gemaakt. Daarom houdt Bingham, hoe glad, verknipt en ongeloofwaardig hij ook is, mijn sympathie.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.