Aarding

Heidegger's werkhut in Todtnauberg (Zwarte Woud). Foto van Digne Meller-Marcovicz 1967.

Heidegger’s werkhut in Todtnauberg (Zwarte Woud). Foto van Digne Meller-Marcovicz 1967.

Er zijn twee lijntjes naar het verleden die mij verbinden met het Zwarte Woud.

Het eerste lijntje gaat terug naar 1973 toen ik, net 18 jaar, enkele maanden in het Zwarte Woud bij een Kuuroord in Mühringen heb gewerkt. In die spannende, maar ook eenzame periode, ver van huis en vrienden, vol verontrustende en angstige verwondering over het bestaan, is mijn denken ontwaakt en interesse in de filosofie ontstaan.

Het tweede lijntje gaat terug naar de jaren 1981-1985 waarin ik mij als student filosofie intensief verdiepte in het werk van de Duitse filosoof Martin Heidegger, wiens leven en denken nauw met het Zwarte Woud verbonden is. In Heidegger vond ik uiteindelijk de filosoof wiens denken het meest aansloot bij de wijsgerige vragen die mij sinds 1973 achtervolgden.

Beide perioden zijn, achteraf bezien, zowel verwarrend als inspirerend geweest en bepalend voor mijn verdere vorming. Ze trillen nog na in de dingen die mij nu bezig houden, ondanks de vele jaren die sindsdien verstreken zijn. En de laatste tijd leken die lijntjes uit het verleden elkaar zelfs in het heden op te zoeken. Ze maakten een onbestemd gevoel in mij wakker dat hardnekkig om opheldering vroeg. En dit onbestemde gevoel is de aanleiding geweest die mij deze zomer, via een vakantiereis met mijn gezin, terug naar het Zwarte Woud heeft gebracht. In de hoedanigheid van een toerist weliswaar, maar op de achtergrond op een tijdreis naar een nog onbekende bestemming.

Een bezoek aan het Kuuroord in Mühringen, zo’n 40 jaar na dato, lag voor de hand. Ik had vernomen dat het Kuuroord na het overlijden van de oprichter was opgedoekt en ik wist ook dat in Müringen niemand meer woonde die ik in die vroegere periode heb leren kennen. Van de ‘wereld van 1973’ was dan ook niets meer over, behalve het mooie dorp en het grote huis waarin ooit het Kuuroord was gevestigd. Maar daar ging het niet om. Ik was even terug naar de plek waar ik een intensieve periode in mijn leven heb doorgemaakt. En dat ‘terugkeren’ deed mij goed; al was het onbestemde gevoel niet verdwenen.

Het tweede deel van mijn tijdreis had  te maken met  Heidegger. Voor hem vormde de rust en de sfeer van het Zwarte Woud een onmisbaar decorum voor zijn denken en filosofische werk. Om aan de drukte van de stad (Freiburg) te ontkomen, werkte hij bij voorkeur in een afgelegen hut in Todtnauberg, een familiebezit dat hoog tegen een heuvel is gebouwd met uitzicht over het dal waarin het dorp ligt.

Omdat het concentratieprobleem in de drukte van alledag ook voor mij een lastig vraagstuk is, heb ik altijd veel begrip op kunnen brengen voor Heidegger’s keuze en leek zo’n blokhut mij ook wel wat. Vaak dacht ik er over na hoe het werken in de stilte van zo’n hut voor Heidegger geweest moet zijn, maar heimelijk wenste ik dat ook zelf wel eens te ervaren. En opeens werd die sluimerende wens onverwacht ingewilligd.

Bij toeval voldeed onze gehuurde vakantiewoning in het Zwarte Woud in alle opzichten aan de criteria voor een identieke ervaring. Hoog op een steile heuvel en met een prachtig uitzicht over het dal van het riviertje de ‘Kleine Kinzig’ en het dorpje Reinerzau. Weliswaar veel groter dan de sobere hut van Heidegger, maar dat maakte voor de gezochte ervaring geen verschil. De stilte, de rust en de sfeer van de omgeving moeten eender zijn geweest aan die waarin het denken van Heidegger zijn diepgang heeft bereikt.

En nu ben ik hier, in mijn hut, midden in deze wonderschone natuur aan de uiterste rand van het dorp, in de stilte van de heuvels, met windstille dagen, zachte avonden en echte nachten. Ik ben omringd door oneindig veel dennenbomen, kruidige boslucht, geurende weiden en ver weg van de hectiek van de grote stad en van mijn werk. Er is geen draadloos netwerk.

Mijn kinderen vinden het misdadig, maar mij  bevalt het vooralsnog prima. Tussen de vakantieactiviteiten door zuig ik na 40 jaar wederom het Zwarte Woud in volle teugen naar binnen. Ik onderga de aarding die van dit elementaire landschap uitgaat en blik in haar onbekende verten.  Ik geef mij vanuit mijn vier sterren hut over aan de stilte en geniet van het hier en nu. Vanaf mijn terras open ik een Alpirsbacher, aanschouw de zonovergoten wereld met immens ontzag en verwijl gelaten in de nabijheid van het zijn. Het onbestemde gevoel is verdwenen. Voor zo lang als het duurt, ben ik aangekomen op mijn bestemming,

4 comments

  1. He Menno, mooi beeld geschetst. Ik zie je zitten en ik zie je kijken.
    Ins blauen hinein….
    Een mooi aanloop voor als je straks terugkomt. Dan staat BLAU te wachten.

    Goed verblijf en behouden thuiskomst.

  2. Hi Menno, als ik je blog lees, kan ik bijna de dennenbomen ruiken en de stilte horen. Misschien wat ruizen van de wind, kwetteren van vogels en verder niets….hooguit het Pssshhhhhh tijdens het openen van de Alpirsbacher…..

    Je zult je er absoluut even thuis gevoeld hebben….jammer dat door het ontberen van de hedendaagse technologie we dit beeld pas tot ons krijgen terwijl jij alweer in de drukte van alledag bent aanbeland. Het samenvallen van dit beeld met jouw beleving aldaar had het plaatje voor mij nog krachtiger gemaakt.

    Maar ondanks dat dank voor het delen…het schept een prettig beeld in mijn gedachten.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.