De kunst van het vertellen (4): Kenneth Clark in Civilisation

Schermafdruk 2015-05-05 20.23.07

In 1969 verscheen op BBC2 de documentaire serie ‘Civilisation, a personal view by Kenneth Clark’. De bedoeling van de televisieserie was een globaal beeld te schetsen van de ontwikkeling van de menselijke ‘beschaving’ met al zijn ups en downs. Zacht gezegd, een vrij ambitieus en uitdagend project, dat niet voor iedereen lijkt weggelegd. De door David Attenborough geproduceerde serie werd echter een wereldwijd succes, ondanks de tekortkoming dat de serie in hoofdzaak over de westerse civilisatie ging, van de val van het Romeinse rijk tot het midden van de 20e eeuw.

Het succes van de televisieserie was vooral te danken aan de schrijver en presentator van de serie, de eminente (kunst)historicus lord Kenneth Clark. Met zijn ervaring (onder andere als directeur van de National Gallery), zijn buitengewone eruditie als (kunst)historicus, zijn eigenzinnige visie op kunst en cultuur en zijn charmante persoonlijkheid was Clark bij uitstek de juiste man voor de serie. Als geen ander was hij in staat (en had hij de autoriteit en het lef) om de vele uitingen van het omvangrijke cultuurhistorische erfgoed (gebouwen, beelden, schilderingen, literatuur, ethiek) zodanig in de tijd met elkaar in verband te brengen, dat deze uitingen gezien konden worden als manifestaties van een zich steeds vernieuwende civilisatie.

Vanzelfsprekend gaat het hierbij, zoals de ondertitel van de serie al zegt, om een ‘personal view’. Meer kan het ook nooit worden. De verbanden die Clark legt zijn geen wetenschap in strenge zin. Wie Clark echter op zijn denkweg volgt, zal toch al snel tot de conclusie komen, dat de lijntjes die hij intuïtief tussen de vele hoogtepunten van onze cultuurhistorie trekt, zeker niet zomaar uit de lucht gegrepen zijn. Te bewijzen valt er weliswaar niets, maar er ontstaat voor de kijker wel een verrijkend inzicht. Met zijn unieke, rijk met architectuur– en kunstvoorbeelden geïllustreerde ‘verhaal’ over civilisatie brengt hij enig licht en helderheid in de gebruikelijke diffuusheid van ons gemeenschappelijke verleden. Het is alsof de mist die over dat verleden hangt door zijn woorden en aanwijzingen op bepaalde plaatsen even optrekt en dingen in hun samenhang zichtbaar worden.

Met het ontsluiten van het verleden door deze betekenis te geven, bewijst Kenneth Clark mensen een grote dienst. Hij draagt bij aan het zelfbewustzijn van waar we als ‘beschaving’ vandaan lijken te komen en op dit moment staan. Clark is als verteller dan ook een geweldige gids. De gelukkige combinatie van zijn grondige (kunst)historische kennis, zijn scherpe observatievermogen en zijn associatieve verbeeldingskracht, zorgen ervoor dat de kijker al snel onder de indruk raakt van de ‘personal view’ van deze presentator en het gevoel krijgt dat Clark echt iets te zeggen heeft. Een storyteller die dat vermogen heeft, is een blijvende inspiratiebron voor velen.

In het bijzonder boeit hij echter door zijn persoonlijke stijl: zijn aanstekelijke enthousiasme, zijn onafhankelijke oordeel, zijn eigen opvattingen die hij zo nu en dan moedig etaleert, zijn prikkelende humor en toegankelijke taalgebruik. Door die persoonlijke stijl, wordt Clark, ondanks zijn gegoede afkomst, zijn maatschappelijke positie, zijn aristocratische voorkomen, tongval en kleding, geen snob. Daarvoor is hij een te vrije geest, te integer en te kritisch, ook ten opzichte van de kringen waarin hij is opgegroeid en zich beweegt.

Voor Kenneth Clark heeft civilisatie weinig te maken met ‘goede manieren’, iets wat in burgerlijke kringen vaak als ‘beschaving’ wordt beschouwd. Civilisatie-ontwikkeling wordt door Clark getypeerd als iets dat zich in de geschiedenis van mensen steeds weer manifesteert, gedreven door nieuwe en krachtige impulsen die zich kenmerken door ‘intellectual energy’, ‘freedom of mind’, ‘a sense of beauty’ en ‘a craving for immortality’. Het zijn die momenten in de cultuurgeschiedenis waarop mensen weten te ontstijgen aan de dagelijkse noodzakelijkheden van het bestaan en de wereld om hen heen vanuit hun verbeeldingskracht creatief vorm gaan geven. Door deze scheppende geesten ontstonden de herkenbare perioden van onze cultuurgeschiedenis en wat hij noemt: ‘the enlargement of human faculties’. Clark formuleert het als volgt: “….in the end, civilisation depends on man’s extending his powers of mind and spirit to the utmost….“

Kenneth Clark eindigt de televisieserie (en het boek) enigszins in een mineurstemming. Het is duidelijk dat hij rond het eind van de jaren zestig, na twee recente wereldoorlogen, nog weinig geloof heeft in het zelfvertrouwen en scheppende vermogen van zijn tijd. Dat stemde hem niet gerust voor de toekomst. Hij is wel optimistisch dat er nieuwe cultuurimpulsen zullen komen, maar hij heeft op dat moment duidelijk nog geen verhaal voor de tijden die in het verschiet liggen. De vraag is hoe hij daar nu, als hij nog zou leven, over zou denken?

Zie hier, om een indruk te krijgen van de vertelkunst van Clark en als teaser voor het zien van de gehele serie Civilisation (te vinden op Youtube), een fragment uit deel 1: The skin of our teeth.

 

 

1 comments

  1. Een mooie kijk op beschaving….zet je aan het denken over de wereldwijde ontwikkelingen waar wij heden ten dagen toeschouwer van zijn en die zijn gevoel van mineur lijken te bevestigen.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.