Big family

images
Troonrede koning Willem Alexander

In de troonrede van onze koning hoorde ik het woord voor het eerst: ‘participatie-samenleving’. Ik schrok ervan: een plotselinge wanklank in een vriendelijk en onschuldig babbelpraatje.  Waar kwam die wanklank vandaan? Het was alsof ik een kind een woord hoorde gebruiken, dat eigenlijk alleen uit de mond van een volwassene kan komen. Waar heeft hij het over?, dacht ik. En aan zijn mimiek kon ik zien, dat hij dat zelf ook niet wist. Het vreemde woord was hem klaarblijkelijk door anderen in de mond gelegd. Een klassiek voorbeeld van koningsmisbruik. Op het onbewaakte moment dat het hele land vertederd naar hun geliefde antiheld luisterde en Nederland in liefdevolle overgave leek te verstillen, werd het volk door verborgen politieke krachten sluw geïnjecteerd met een ideologische virus. Een virus, dat zich razendsnel in de taal zou verspreiden en vermomd als koningsgeschenk door het blij verraste Nederlandse volk in ontvangst werd genomen. Leve de participatiekoning.  

Mijn ideologie-allegie zorgde echter direct voor een mobilisatie van tegenkrachten. Hoe kon ik dit virus en haar bron adequaat bestrijden. Een probaat middel leek mij niet het zoeken van de confrontatie, maar de zachte wurging van het woord. Dus stelde ik mijn kinderen voor om, in lijn met de wens van de koning (dat leek mij een overtuigend argument), en naar analogie van de participatiesamenleving een ‘participatiegezin’ te vormen.

Een niet onaardige bijvangst zou zijn, dat mijn kinderen dan ook eindelijk eens, analoog aan de bijdrage van de burger,  hun steentje zouden bijdragen in het op orde houden van ons huishouden.

Nu, de reactie liet er geen enkele twijfel over bestaan. Het participatiegezin werd, zoals ik had verwacht, op ‘brute’ wijze de nek omgedraaid. Fuck yourself!, was het duidelijke antwoord. Enerzijds jammer, omdat we hun troep blijvend kunnen opruimen, maar anderzijds precies wat ik wilde horen: ook mijn kinderen waren van nature gekant tegen dit ideologische en sluw gepushte participatie-denken. Delen is prachtig, maar het moet wel van binnen uitkomen en niet worden opgedrongen. Morele pressie werkt niet en de  ‘schuld’ kan niet zomaar bij de ander worden gelegd.

De vraag blijft dan wel hoe ‘delen’, waar ik op zich niet tegen ben,  spontaan en in vrijheid kan ontstaan? Wellicht biedt de wereld van de sociale media uitkomst. Daar wordt in vrijheid heel veel gedeeld, vooral onder de jongere generaties. Er lijkt een bindende kracht binnen de wereld van de sociale media te werken. Een kracht die wars is van dat benauwde provinciale gezeur over behoud van identiteit en privacy. De jeugd heeft daar geen boodschap aan. De wereld ligt open, de technologie heeft voor een nieuwe infrastructuur gezocht die grenzen doorbreekt en het onmogelijke mogelijk maakt. Mobile, cloud-technologie, rekenkracht en sensoren creëren een nieuwe wereld en een nieuw samenlevingsparadigma. En de toegangscode heet: delen, sharing. Welkom in de ‘brave new world’, welkom bij de Big family.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.