Waarom je beter niet op vakantie kan gaan

goethe

‘Goethe in Italië’ geschilderd door Tischbein

Van Emmanuel Kant is bekend dat hij inspirerende verhalen kon vertellen over Italië. Dat hij er nooit is geweest viel niemand op. Dat hij eigenlijk een saaie Piet was en überhaupt nooit ergens kwam, merkte ook niemand op. Want op de een of andere manier was Kant altijd op de plek waar het gebeurde, waar de toekomst vorm kreeg en waar je, als je er bij wilde horen, moest zijn. Hij hoefde niet weg, hoefde niet te reizen, hoefde niets te zien. De wereld kwam naar hem toe, omdat hij die toekomst zelf was door zijn rijke en krachtige geest. Zijn inlevingsvermogen en verbeeldingskracht deden de rest. Een oude gravure werd een geurend landschap, een eenvoudig souvenir werd een prachtige Romeinse beeldentuin. Ik kan mij voorstellen dat hij zich met zo’n geest bijvoorbeeld ook bij de synthetische oordelen apriori spannende taferelen kon voorstellen. Met zo’n geest heb je in je leven genoeg aan een vierkante kilometer leefruimte om een gelukkig mens te worden.

Eén van de e-books die je gratis kunt krijgen, is de “Italiënische Reise” van J.W. von Goethe. Wie leest dat nog, vandaag de dag? Maar het is zeker de moeite waard. In die tijd was het natuurlijk heel bijzonder en spannend om vanuit Duitsland de bergen over te gaan en Italië te bezoeken. Het is boeiend om het via de woorden van Goethe (al zijn het achteraf gestileerde dagboekaantekeningen), daar iets van mee te maken en ook mee te denken met al zijn indrukken en bevindingen.

Ook Goethe was begiftigd met een uitzonderlijke verbeeldingskracht, maar die werkte toch anders dan de geest van Kant. Goethe leefde van de waarneming. Hij stelde vragen aan de natuur en liet de natuur zich vanuit dat vraagperspectief uitspreken, zonder verdere interventies vanuit het denken. Anschauende Urteilskraft noemde hij dat. Het denken gaat niet over de waarneming heen en de waarneming niet over het denken. Hij had ook weinig op met filosofie en het zuivere denken. De vraag ‘wat denken is?’ heeft hij zich nooit gesteld. “Ich hab es klug gemacht, und nie über das Denken gedacht”, schrijft hij ergens. Het resultaat van zijn onderzoekingen leiden overigens wel tot imaginaties die zowel aan de klassieke oudheid doen denken als aan onze tijd. De “Urplanze”, gaat zowel in de richting van de Aristotelische ‘entelechie‘, als in de richting van de ‘holistische” ideeën van de eigentijdse wetenschapper Rupert Sheldrake. Het grote verschil met Kant is dat Goethe de waarneming nodig had bij het verbeelden, en Kant veel minder; wat niet wil zeggen dat Kant als filosoof een fantast was, maar als verhalenverteller wel. Zonder dat geestverruimende vermogen was Kant waarschijnlijk gestikt in zijn eigen denken. Goethe was meer verankerd in de zintuiglijke werkelijkheid: maar hij kon niet zonder ‘Dichtung”.

De Italië-reiziger van vandaag heeft geen fantasie nodig. Alles wordt hem kant en klaar voorgeschoteld in een oneindige veelheid van belevingen en ‘herinneringen’. Denken is niet nodig, omdat er niets te ontdekken valt en elke mogelijke fantasie a la Kant, of imaginatie a la Goethe al in de reis is verwerkt. De zelfproduktieve kant is weggewist in de (economische gedreven?) drang het mensen helemaal naar de zin te maken zodat ze echt kunnen genieten, in de letterlijke zin van het woord. Het lijkt erop dat we hard op weg zijn naar het feuilletonistische tijdperk waar Hermann Hesse over schrijft in Das Glasperlenspiel; een schitterend tijdperk waarin de wereld is uitgehold en gefragmenteerd en tot een chaotisch en narcistisch vormenspel is gereduceerd.

Uiteindelijk vergaat dat tijdperk onafwendbaar aan de verstikkende leegte en gaan de overlevenden schuldbewust op zoek naar wat ooit verloren is gegaan. Een gevonden tekstfragment van Emmanuel Kant is daarbij één van de puzzelstukjes naar een nieuwe toekomst.

1 comments

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.