Muziek

Isolde

Als Herbert von Karajan met zijn Berliner Philharmoniker op 79-jarige leeftijd nog eenmaal het korte ‘Liebestod’ uit de opera ‘Tristan und Isolde’ van Richard Wagner dirigeert, oogt hij verzwakt en fragiel. Het zijn de jaren, maar vooral hart- en rugklachten geweest die de ooit zo vitale en sportieve Von Karajan tot een schim hebben gemaakt van wie hij ooit was. Je ziet en voelt zijn vermoeidheid, zijn stramheid en pijn. En toch staat hij daar weer, leunend tegen het dirigenten hekje, voor het orkest dat hij meer dan dertig jaar heeft geleid en naar buitengewone muzikale prestaties heeft weten te gidsen. De band met zijn orkest is voelbaar, ze kennen elkaar door en door. Elke blik, elke arm- of vingerbeweging is de orkestleden bekend. Door die betrokkenheid staat de oude dirigent er duidelijk niet alleen voor. Bovendien wordt hij geflankeerd door de reusachtig ogende sopraan Jessye Norman die, in de kracht van haar leven, met haar geweldige stemgeluid de rol van Isolde zal vervullen. Een grotere tegenstelling tussen haar en de bijna etherisch geworden Von Karajan is nauwelijks denkbaar.  

Het resultaat van de uitvoering is amper in woorden te beschrijven en grenst beslist aan het beste wat de mensheid ooit aan schoonheid heeft voorgebracht, ook al is de kwaliteit van de video uit 1987 onder de maat. De dirigerende Von Karajan toont zich als een trillend membraan waarin twee werelden in de door Pythagoras verwoorde hemelse muzieksferen verbonden worden; enerzijds de wereld van de materiële instrumenten, het hout, het koper, de snaren, de drums, de zang en anderzijds de wereld van Wagner’s geniale beslist magische compositie. Het resultaat is verbluffend; hierin toont zich het absolute meesterschap van Von Karajan. Tegelijkertijd lijkt in Norman het diepste der aarde tot leven te komen en haar lichaam om te vormen tot het stemorgaan waarin alle registers van de menselijke liefde die Wagner doorvoelt heeft en in zijn aangrijpende opera Tristan en Isolde muzikaal tot leven heeft gewekt, in al hun intensiteit en diepgang tot uitdrukking worden gebracht.  

Tijdens het dirigeren is Von Karajan meer gericht op de zang van Norman dan op zijn orkest. In alles, in zijn houding, bewegingen, gelaatsuitdrukkingen en oogopslag zingt hij innerlijk mee met de woorden en klanken die Norman als de treurende Isolde ten gehore brengt. Door zich volledig met Isolde te verbinden, tot het mee-ademen van de laatste in- en uitademing vóór het moment van haar sterven, doorleeft Von Karajan haar liefde voor Tristan en voelt hij nog eenmaal de door Isolde beminde Tristan in zichzelf. Waarschijnlijk komt alleen door zo’n nabijheid ware schoonheid tot stand. Een mooier afscheid van het concertpodium kon Von Karajan zich eigenlijk niet wensen.

Direct na zijn optreden wordt hij in de coulissen van het concertgebouw als eerste ontvangen door zijn eigen ‘Isolde’, de veel jongere en toegewijde echtgenote – Eliette, ooit een Dior-model – waarmee Von Karajan twee dochters heeft. Ook zij oogt veel groter dan de dirigent en omarmt hem trots en moederlijk als een bibberend jongetje dat net zijn zwemdiploma heeft gehaald. Ik stel me zo voor, dat Von Karajan op de terugweg naar Oostenrijk uitgeput op de achterbank van de auto op haar schoot in slaap gevallen is, dromend van en verlangend naar de hemelse Isolde en dat Eliette zich zorgelijk heeft afgevraagd hoelang dit zo nog door kan gaan.

Iets meer dan een jaar later overlijdt Von Karajan aan een hartaanval. Waar anders aan, vraag je je af.    

Zie hier de video: